Blog inspiratie

De emissieloze bouwplaats; van techniek-transitie naar energie-transitie

Een blog van Edwin Lokkerbol, programmamanager bij het Emissieloos Netwerk Infra.
Profielfoto van Redactie CROW
4 juli 2023 | 4 minuten lezen

Toen bijna vier jaar geleden Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Hoogwaterbeschermingsprogramma aan marktpartijen vroegen of de dijkversterking ook ‘emissieloos’ kon worden uitgevoerd, was er vrijwel geen graafmachine van enige formaat te koop die emissieloos kon werken. Doordat de opdrachtgevers de uitdaging neerlegde bij een groot aantal marktpartijen is er veel op gang gekomen. Belangrijk was ook dat in de gunning partijen beloond werden voor innovaties. En meerjarig perspectief geboden kregen om de innovaties te ontwikkelen en te gebruiken. De bij die tender betrokken partijen, hebben ruim drie jaar geleden Emissieloos Netwerk Infra opgericht. Nog steeds werken we intensief samen aan het ontwikkelen èn inzetten van emissieloos bouwmaterieel.

In deze column sta ik graag stil bij een aantal ontwikkelingen van de afgelopen vier jaar. Ontwikkelingen gaan immers razendsnel. Niet alleen is de vraag relevant of we wel voldoende emissieloos bouwmaterieel hebben om onze doelen te halen. Maar of we wel de juiste voorzieningen op de bouwplaats hebben de komende jaren om ook emissieloos te kunnen werken. De bouw moet niet alleen werk maken van een techniek transitie. Maar nog meer van een energietransitie zodat we op de bouwplaats van de nabije toekomst ook op een verantwoorde en emissieloze wijze kunnen werken.

Er is veel veranderd sinds 2019 wat betreft ‘emissieloos werken’

De urgentie om emissies en fijnstof te reduceren is enorm toegenomen. Dat is voor niemand een verrassing. Te veel ‘stikstof’ zorgt er voor dat we nu vrijwel niet meer kunnen bouwen in de nabijheid van Natura 2000 gebieden. Een aantal gemeenten wil in 2025 milieuzones invoeren voor emissieloze stadslogistiek. Er is het Schone Lucht Akkoord met regelgeving en wat betreft bouwmaterieel is de verwachting dat oktober a.s. het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het ‘convenant Schoon en Emissieloos Bouwen’ gaat ondertekenen met overheden, opdrachtgevers en brancheorganisaties. In het convenant is een roadmap opgenomen waarin staat wanneer we welke doelen moeten realiseren als sector. In 2028 zijn het bijvoorbeeld kleiner materieel en stationaire generatoren die emissieloos moeten zijn. Materieel tot 56 kW mag in 2030 geen uitstoot hebben. Zwaarder materieel heeft langer de tijd (tot 2035). Alhoewel we ook opdrachtgevers spreken, die willen dat het sneller gaat. En ook is er een subsidieregeling beschikbaar.

Het aanbod neemt snel toe

Inmiddels zien we ook een grote verscheidenheid aan emissieloos bouwmaterieel, dat is ´omgebouwd´ en uitstekend voldoet. Ook zien we dat kleiner tot middelzwaar materieel met een stekker (van trilplaat tot graafmachine) direct gekocht en geleverd kan worden vanuit de fabriek. Steeds meer verhuurders bieden emissieloos materieel aan. En ook veel ‘hijsmateriaal’ kan direct ‘aan de stekker’. Tijdens de TKD beurs in Almere mei jl. (waar aanbieders van bouwmaterieel bij elkaar kwamen)´ was het opvallend dat op vrijwel alle stands er emissieloos materieel te zien was. Dat was een aantal jaren geleden ondenkbaar.

Opdrachtgevers zijn (steeds) actiever bezig met uitvragen ‘emissieloos

Bij aanbestedingen is vaak de terechte vraag aan de markt, of het emissieloze bouwmaterieel wel voorhanden is. De vraag is (gelukkig) groter dan het aanbod. Dat klinkt raar. Maar het betekent wel dat er ook perspectief ontstaat voor fabrikanten om dit materieel versneld seriematig te ontwikkelen. Ook zien we steeds vaker dat opdrachtgevers meedenken hoe zij het aantrekkelijk kunnen maken dat grote en kleine bedrijven ook kunnen investeren in het vaak (nog) duurdere materieel. Nog liever dan een eenmalige subsidie (die slechts de kosten drukt) hebben ondernemers immers perspectief op werk. Meerjarige programma’s en raamcontracten die ook beschikbaar moeten zijn voor MKB-bedrijven moeten kunnen dit mogelijk maken.

Nu we zien dat er steeds meer emissieloos bouwmaterieel op de markt komt, is de vervolgvraag dan ook of er wel voldoende groene energie op de bouwplaats voorhanden is. Het woord ‘netwerkcongestie’ kennen we immers sinds een aantal jaren. Want indien er op de bouwplaats niet ‘geladen’ kan worden, moet er worden gewerkt met batterijen, aggregaten, brandstofcellen of tijdelijke opwek. De beschikbaarheid van een goede laadinfrastructuur is momenteel één van de belangrijkste uitdagingen bij emissieloos bouwen.

Opdrachtgevers en laadinfra

Gelukkig zien we dat opdrachtgevers hierover steeds actiever meedenken. Het Havenbedrijf Rotterdam onderzoekt of ‘walstroom’ voor schepen ook beschikbaar kan worden gesteld aan ‘droge en natte’ bouwers. Arnhem kijkt of de hoogspanningsleiding voor trolleybussen, ook kan worden gebruikt om energie te leveren aan een bouwplaats. ProRail bekijkt of zij energie kunnen leveren aan RWS voor de werkzaamheden aan de A15 (die naast het spoor plaats vinden). Harderwijk heeft zelf grote batterijen-containers neergezet, zodat het grondwerk voor de bouw van woningen emissieloos kan worden uitgevoerd. En Den Haag (net als andere gemeenten) betrekt bij alle bouwactiviteiten voortaan ruim voor de aanbesteding al het netwerkbedrijf, om te weten of er laadinfra beschikbaar is.

Hoeveel vermogen hebben we nodig?

Op het moment dat er met elektrisch materieel gewerkt wordt, is op de bouwplaats een netaansluiting met een grotere capaciteit nodig dan de gebruikelijke bouwaansluiting. Deze moet op tijd aangevraagd worden bij de netbeheerder. Dan moet ook duidelijk zijn ´hoe groot´ de aansluiting moet zijn. Met andere woorden: hoeveel vermogen heb je wanneer nodig gedurende het verloop van alle bouwwerkzaamheden?

Om een goede inschatting te kunnen maken van de vermogensvraag op de bouwplaats, is er een praktische tool opgezet die door de NAL (Nationale Agenda Laadinfrastructuur) en ElaadNL verder ontwikkeld is. De genoemde tool wordt uitgebreid met veel meer info. Zodat voordat er een tunnel gebouwd wordt, er een viaduct wordt vervangen of een woonwijk wordt gebouwd, er vooraf duidelijk is hoeveel kW wanneer nodig is voor welk materieel gedurende de looptijd van het werk. Bekijk meer informatie over de tool op de website van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur.

Inmiddels is duidelijk dat slechts in een paar jaar tijd er enorme ontwikkelingen hebben plaatsgevonden wat betreft de ontwikkeling van emissieloos bouwmaterieel. De echte transitie die wij als ENI de komende jaren voor ons zien, is het kunnen managen van de energiebehoefte op de bouwplaats. Want dat is een opgave die vele malen groter en complexer is dan het ontwikkelen van een emissieloze graafmachine.

Over Edwin Lokkerbol

Edwin Lokkerbol is eigenaar van Het Projectenbureau en zet zich in voor de verduurzaming en innovatie van sectoren die intensief samenwerken met overheden. Hij is onder andere programmamanager bij het Emissieloos Netwerk Infra. Dit netwerk heeft als doelstellingen:

  • Het versnellen van de ontwikkeling van zero emissie bouwmaterieel voor een acceptabele TCO op basis van uniforme standaarden van 2030 naar 2026.
  • Vraag- en kennisbundeling organiseren en faciliteren.
  • Creëren van een nieuw ecosysteem door de keten heen om de transitie naar emissieloos werken mogelijk te maken.