Nieuwsbericht

Handleiding voor invoering Dashboard Monitoring DGWW2030 beschikbaar

Wat is ervoor nodig om binnen jouw organisatie met Dashboard Monitoring DGWW2030 aan de slag te gaan? 

Profielfoto van Redactie CROW
19 december 2022 | 2 minuten lezen

Je krijgt het stap-voor-stap uitgelegd in een speciale handleiding.

Het is een allereerste versie, zegt projectleider Joost Fijneman. ‘Maar een stevige handreiking om dit belangrijke proces op te starten.’ Het dashboard biedt overheden inzicht in de duurzame prestaties bij de aanleg en het onderhoud binnen hun GWW-areaal. Aan de hand van meerdere KPI’s volg je de voortgang en kan je heel gericht aan alle duurzaamheidsdoelstellingen werken, vertelt Fijneman. 

Download de handreiking en het moederbestand 

Als hulpmiddel bij de invoering is dus nu een handleiding geschreven. Die is samengesteld op basis van pilots bij de gemeenten Zevenaar, Oss en Eindhoven en de provincies Groningen, Utrecht en Noord-Holland. Zij hebben in september en oktober een nulmeting gedaan binnen hun organisatie en daarvoor data verzameld, legt Fijneman uit. ‘Bij die nulmeting kijk je welke assets er binnen jouw gebied aanwezig zijn. Dus hoeveel wegen liggen er en met welke verharding? Hoeveel riolering is er, welke kunstwerken heb je in beheer, maar ook: wat is de verwachte levensduur en welk onderhoud hoort daarbij?’

Standaard objectenlijst

Die inventarisatie door de zes pilotdeelnemers heeft geleid tot een standaard objectenlijst. ‘De lijst zit in de handleiding, met daarbij een invulformat. Dat is een Excel-sheet met rekenregels op basis van DuboCalc. Dat maakt het voor opdrachtgevers relatief makkelijk om deze nulmeting te doen en te bepalen wat ze aan assets hebben en wat de stand van zaken is.’ De handleiding beschrijft stapsgewijs hoe je alle data verzamelt, zegt Fijneman. ‘Het invulformat gebruik je voor projecten van het afgelopen jaar en projecten die voor 2023 op de rol staan. Een deel van de data heb je zelf, een deel vraag je uit bij aannemers.’

Aanjager

De coördinator duurzaamheid krijgt de rol van aanjager, vertelt Fijneman. ‘De grootste uitdaging is het organisatorische aspect. Je hebt verschillende spelers – van assetmanagers tot inkopers en aannemers. Dus hoe krijg je die zó opgelijnd dat ze bijtijds alle data aanleveren? Daar helpt deze nieuwe handleiding bij.’

De behoefte aan een handreiking bleek ook uit de pilots, zegt Fijneman. ‘Het verzamelen en in kaart brengen is een intensief proces en kan aanvoelen als een flinke hobbel. Maar dat is alleen in het begin, want al snel krijg je overzicht en daarna wordt het steeds makkelijker. Alle pilotdeelnemers merkten ook dat ze direct nieuwe inzichten opdeden. Je ziet bij een weggedeelte bijvoorbeeld heel duidelijk hoeveel CO2-uitstoot er komt kijken bij onderhoud en in welke verhouding dat staat ten opzichte van de aanleg.’

De handleiding legt ook uit hoe je die informatie uit het dashboard moet interpreteren en welke toepassingen mogelijk zijn, vertelt Fijneman. ‘We leggen je precies uit waarom je aan het begin die moeite moet doen en hoe je anderen daarin kunt meekrijgen. Zodat je kunt uitleggen waarom je iets van iemand nodig hebt.’

Dankzij de pilotperiode is veel voorwerk verricht. ‘Organisaties die nu instappen, hoeven niet zelf een objectenlijst op te stellen. Dat scheelt enorm’, weet Fijneman. Zodra het areaal van een organisatie in beeld is gebracht en is ingevoerd, kan het dashboard  zijn werk doen. ‘Op basis van de DuboCalc-rekenregels zie je in een oogopslag wat een maatregel inhoudt voor de levensduur en welke milieubelasting daar bij hoort. Dat is de grootste winst: voor het eerst heb je echt inzicht in wat een aanpassing of maatregel oplevert.’